De relatiegeheimen van Frank Lammers en Eva Posthuma de Boer.
Al vanaf die eerste avond was het onvermijdelijk dat acteur en regisseur Frank Lammers verder zou gaan met schrijfster en producer Eva Posthuma de Boer. Na bijna twintig jaar wordt hun relatie alleen maar leuker. ‘Uiteindelijk draait het om dat gevoel van verbondenheid’.
FRANK – DE LIEFDE VOOR EVA
‘Eva zag ik voor het eerst eind jaren negentig, in stand-up comedy club Toomler. Ze werkte daar als producent en stond, zonder dat ze dat wist uiteraard, bekend als “de kont van Amsterdam”. Ik vond haar prachtig en wilde haar graag benaderen, maar daar was ik te verlegen voor. Er zwermden zoveel mannen om haar heen.
In oktober 2000 zag ik haar opnieuw in de foyer van de Stadsschouwburg in Groningen, tijdens het Gronings Cabaret Festival. Ik was daar als regisseur van het Groninger Studenten Cabaret en Eva kwam kijken, omdat ze het Leids Cabaret Festival zou gaan produceren. Wat ik natuurlijk niet wist, was dat ze een jaar eerder een kindje had gekregen.
Toen ze naast me kwam staan aan de bar, vroeg ik zo nonchalant mogelijk: “Wat wil je drinken?” “Whisky,” zei ze. Ik dacht: wat een stoere vrouw!
Dat was het begin van een heel leuke avond, die ook nog eens lang duurde, want ik was nooit zo’n doeltreffende deal closer bij een date. We bleken in hetzelfde hotel te zitten en zijn daar in de ontbijtruimte blijven doorpraten tot de eerste gasten alweer binnen kwamen druppelen.
Dat ze niet vrij was, interesseerde me niet
Uiteindelijk ging Eva toch mee naar mijn kamer, waar heel gênant een stretcher voor de deur stond. Als vrijgezelle man had ik een tweepersoonskamer besteld, maar dat was blijkbaar niet helemaal goed begrepen. Veel is er niet meer gebeurd die ochtend. Logisch ook, als je denkt aan Eva’s situatie.
Maar later die dag reisde ik wel samen met Eva en een vriendin met de trein van Groningen naar Amsterdam, en die tweeënhalf uur ben ik grappiger geweest dan ooit daarvoor of daarna. Ze lagen de hele tijd blauw van het lachen.
De volgende dag ging ik voor drie weken naar Zuid-Afrika. Daar kreeg ik Eva niet uit mijn hoofd, dus ik heb haar heel brutaal gebeld, op haar verjaardag.
Toen ik weer terug was, kwam ze eten: kip met druiven. Ik vond het lekker en zij niet, weet ik inmiddels. Maar die details deden er niet toe. Vanaf die avond in Groningen wilde ik haar.
Ja, waarom? Dat is zoiets ongrijpbaars. Ik denk dat ik me intuïtief heel sterk met haar verbonden voelde. Dat ze niet vrij was, interesseerde me niet. En haar zoontje was al helemaal geen reden om haar niet te willen. Kinderen zijn fantastisch.’
EVA – DE LIEFDE VOOR FRANK
‘Na afloop van het Gronings Cabaret Festival kwam ik met een collega de foyer van de Stadsschouwburg binnen en daar stond Frank aan de bar. Ik had geen idee wie hij was, want zijn debuutfilm Wilde Mossels was nog maar net uit.
Maar ik keek naar hem en er gebeurde iets met me. Wat precies kan ik niet verklaren, maar ik zag iets.
Mijn collega merkte dat blijkbaar, want hij zei: “Ga jij even drank halen?” Dus daar stond ik quasinonchalant aan de bar, naast Frank. Toen hij me vroeg wat ik wilde drinken, zei ik van de weeromstuit: “Whisky!”, terwijl ik dat heel vies vind. Net als Frank, die om cool te lijken precies hetzelfde bestelde.
Terwijl we kokhalzend die whisky achterover sloegen, raakten we aan de praat en dat gesprek ging maar door. De volgende ochtend om zeven uur hingen we nog, zwaar aangeschoten, in de ontbijtruimte van ons hotel.
Humor was voor mij de trigger
Die eerste avond vond ik Frank al een verschrikkelijk grappige man en tijdens de treinreis naar Amsterdam heb ik aan een stuk door onbedaarlijk moeten lachen. Als een puber bijna, terwijl ik toch al achtentwintig was en moeder van een kind.
Ik zou zelfs gaan trouwen, maar mijn ontmoeting met Frank zette dat hele plan op losse schroeven. Al wist ik diep van binnen al veel langer dat mijn relatie op was. Mijn vriend was alleen nog een soort broer.
Maar mensen zijn nu eenmaal vaak zo laf dat ze zoiets pas onder ogen durven te zien als de kans op een beter leven zich aandient. De breuk met mijn ex had natuurlijk nog heel wat voeten in de aarde, maar dat ik met Frank verder zou gaan, was vanaf die eerste avond onvermijdelijk.’
LIEFDE OP HET EERSTE GEZICHT, VAN BEIDE KANTEN ZELFS. IS DAT EEN GARANTIE VOOR EEN GESLAAGD HUWELIJK?
Frank: ‘Natuurlijk niet. Ieder mens heeft nu eenmaal zijn eigenaardigheden waar die ander mee moet leren leven en omgekeerd, dus ruzies en problemen houd je. Maar je hebt wel geluk als daaronder toch dat gevoel van verbondenheid ligt. Want volgens mij draait het uiteindelijk daarom.’
Eva: ‘Ik heb het idee dat het steeds beter en makkelijker gaat tussen ons. De dalen zijn ook minder diep omdat het sop de kool meestal niet waard is. Dat vind ik fijn.’
WAT IS DAN ZO’N KARAKTERVERSCHIL WAAROVER JULLIE NU MINDER STRUIKELEN?
Frank: ‘Nou, ik ben bijvoorbeeld heel avontuurlijk ingesteld en ga graag op lange, verre reizen, terwijl Eva liever naar Frankrijk gaat of zoiets. Vroeger wrong dat weleens een beetje, maar tegenwoordig hebben we topjaren en daljaren, zoals ik ze noem.
Het klinkt misschien wat decadent, maar in zo’n daljaar blijven we binnen Europa en in een topjaar gaan we echt ver weg.’
Eva: ‘Ik vind verre reizen ook heel leuk.’
Frank: ‘Het gaat steeds beter, inderdaad. Maar jij zou niet naar China hoeven en ik vond het juist een kick om erheen te gaan toen mijn speelfilm Michiel de Ruyter daar in première ging. Voor mij zijn dat de krenten in de pap.’
Eva: ‘Ik wil graag weer eens naar Afrika, of een keer naar Japan of Nieuw-Zeeland. Maar niet elk jaar. Ik denk dat dat komt door mijn jeugd. Wij gingen vroeger altijd naar ons vakantiehuis in Frankrijk. Zo’n plek die je heel goed kent, die eindeloze zomers, de vrienden die langskwamen… Dat was zo fantastisch dat ik nooit de behoefte voelde om iets nieuws te ontdekken.’
Frank: ‘Wij zaten elke zomer op de camping in Limburg. Ook leuk, maar daarom ben ik niet minder nieuwsgierig. Volgens mij is dat de essentie: ik hou van verrassingen en jij niet. Dat is weleens lastig, maar ik leer er steeds beter mee omgaan. Zomaar een sieraad voor je verjaardag kopen doe ik bijvoorbeeld niet meer, want het is toch nooit goed. Ik zorg gewoon dat ik precies weet wat je wilt hebben.’
Eva: ‘Ik vind het inderdaad leuker om me ergens op te verheugen dan dat ik word overvallen.’
Frank: ‘Mijn wilde driften zijn intussen ook al een beetje geluwd. Plus: mijn leven is één groot avontuur, dus zo erg is het allemaal niet.’
Eva: ‘Ja, nu klinkt het alsof ik heel saai ben…’
Frank, plagerig: ‘Ben je ook.’
Eva: ‘Terwijl ik vooral probeer structuur te brengen in de chaos. Geen dag is bij ons hetzelfde, al vind ik dat ook wel weer leuk. En jij bent op vakantiegebied ook naar mij toe gegroeid. We zitten al zeker tien jaar rond de kerst op hetzelfde Waddeneiland, zonder dat ik jou hoor mopperen.’
Frank: ‘Daar drinken we ook zoveel dat ik me dat het volgende jaar niet meer kan herinneren.’
ZIJN ER OOK DINGEN WAARTEGEN JULLIE NOG STEEDS OPLOPEN?
Eva: ‘Wat ik niet ideaal vind is dat Frank in principe geen huishoudelijke taken uitvoert.’
Frank: ‘Uít principe. Dat is iets anders.’
Eva: ‘Neem de was. Jij zegt: “Daar bemoei ik me niet mee, want dan mislukt ie.” Terwijl je niet dom bent.’
Frank: ‘De was zou ik heel graag doen, maar dat mag ik niet.’
Eva: ‘Omdat je hem dan inderdaad verpest, want je hebt nog nooit uitgezocht hóe je moet wassen.’
Frank: ‘Voordat ik jou kende, liep ik ook altijd fris gewassen rond. Soms was er iets een beetje verkleurd of zo, maar dat vond ik nooit erg.’
Eva: ‘Als je een mooi truitje van mij verpest, vind ik dat wél erg. Dus je moet je erin verdiepen, maar dat doe je niet.’
Frank, met een ondeugende glimlach: ‘Wat een rotjong, hè?’
Eva: ‘Nog zoiets: het bed verschonen. Dat komt niet eens in je hoofd op!’
Frank: ‘Wel waar, ik heb het gisteravond nog gedaan. Alleen had ik niet de goede dekbedhoes te pakken.’
Eva: ‘Je had een anderhalfpersoons overtrek om ons grote dekbed gedaan, dus je lag onder een soort bol te slapen.’
Frank: ‘Toen je dat zag, maakte je me wakker.’
Eva: ‘Vloekend!’
Frank: ‘Dat doe ik dus ook niet meer.’
EH, KOKEN, HOE GAAT DAT?
Frank (met gespeelde verontwaardiging): ‘Mag ik ook al niet. Eigenlijk mag ik vrij weinig. Al komt het ook doordat de kinderen wat ik maak meestal vies vinden. Eva kan namelijk heel goed koken, dus ja…’
Eva: ‘Als jij kookt, is het alsof de keuken is ontploft. Het moet ook altijd exotisch, terwijl ik denk: het is dinsdagavond, bak gewoon een tartaartje.’
Frank, enthousiast: ‘Gevulde gans!’
Eva, onbewogen: ‘En dat moet dan allemaal ook weer opgeruimd worden.’
Frank: ‘Ik heb je tien jaar geleden een aanzoek gedaan met één voorwaarde: dat je minstens even goed zou leren koken als je moeder. Dat heb je gedaan.’
Eva: ‘En ik nam jou gewoon zoals je was.’
Frank, triomfantelijk: ‘Precies, ik heb gewoon slimmer onderhandeld.’
HEBBEN JULLIE IN DE AFGELOPEN JAREN OOK IETS VAN ELKAAR OPGESTOKEN?
Eva: ‘Ik heb door Frank geleerd een beetje te relativeren, dingen niet te zwaar op te nemen. Mijn emoties zitten soms te veel in de weg. Dat heeft ook met vroeger te maken. Bij ons thuis was alles altijd heftig en groots en melodramatisch, terwijl Frank uit een gezin komt waar geen enkele emotie werd getoond.’
Frank: ‘Niet waar. Mijn moeder moest altijd huilen als we weer weggingen.’
Eva: ‘Ja oké, maar over gevoelens werd zelden uitgesproken. In elk geval heb ik geleerd dat het best een tandje minder heftig kan, en jij dat je je best wat meer mag uiten.’
Frank: ‘Dat ging natuurlijk niet vanzelf, dus daar hebben we keihard aan gewerkt. Met hulp. Ik kan het iedereen aanraden. Als ik zie hoeveel huwelijken er knallen om ons heen, ben ik trots dat wij nog altijd bij elkaar zijn. En dat het alleen maar leuker wordt.’
Eva: ‘Dat we samen al zoveel hebben meegemaakt en doorstaan, vind ik best gaaf. Ik weet nu hoe het voelt om dieper van elkaar te gaan houden en verstrengeld te zijn zonder dat het benauwt. Hoewel, je moet me niet te veel bevaderen. Soms vertel ik iets en dan zeg je prompt: “Maar je moet ook niet…”’
Frank: ‘Ja kijk, als jij zegt: “Ik heb een probleem, help me.”’
Eva: ‘Welnee, dat zeg ik helemaal niet. Dat hoor jíj.’ Gespeeld wanhopig: ‘Typisch een man!’
Wat vinden jullie van elkaar de aantrekkelijkste eigenschap?
Eva: ‘Dat ik nog steeds heel erg om Frank kan lachen. En hij is ook heel aantrekkelijk als hij huishoudelijke taken uitvoert. Al zeg ik dat vooral in de hoop dat hij het vaker doet, haha!’
Frank: ‘Aantrekkelijk aan Eva vind ik haar vastberadenheid en haar creativiteit. Zij kan uit het niets iets maken, ik niet. En ze heeft een heel lekkere kont. Jawel, dat is wél een eigenschap!’
Kunnen jullie elkaar vergelijken met een geur, een plant en een dier?
Eva over Frank
Geur: ‘Vers gemaaid gras. Daar kan ik zo’n kriebel van krijgen dat ik denk: kom Frank, laten we in dat weiland gaan liggen.’
Plant: ‘Een springbalsemien. Als je in de rijpe zaadhulzen knijpt, dan knappen ze zo leuk. Een heel speelse plant.’
Dier: ‘Een beer, omdat Frank een ontzettende knuffelaar is en sterk in alle opzichten. Als hij een arm om je heen legt, ben je veilig.’
Frank over Eva
Geur: ‘Eva’s eigen garnalenbisque, een van mijn lievelingsgerechten. Als ik die bij binnenkomst ruik, denk ik: yes! Net als bij Eva zelf.’
Plant: ‘Een sansevieria. Ik vond het vroeger thuis al leuk om daaraan te zitten en de scherpe puntjes eraf te breken.’
Dier: ‘Een marmot, omdat ik heel graag lepeltje-lepeltje met haar in bed lig.’
Dit is een artikel van Beau Monde.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!