Daten tijdens een pandemie, hoe werkt dat?
Een vriend belde me een paar weken geleden op in een mengeling van paniek en slappe lach. De volgende dag had hij afgesproken te gaan wandelen met een meisje dat hij had ontmoet via de exclusieve datingapp Raya – favoriet onder artiesten, modellen en anderszins (semi)beroemde mensen. Na eerst een hoop moeite te hebben gedaan om door de digitale ballotagecommissie te komen, gevolgd door wekenlang scrollen door foto’s van ‘flinterdunne meisjes met een helikopter op de achtergrond’, was hij in gesprek geraakt met iemand die er niet alleen goed uitzag in bikini, maar ook nog leuke dingen te zeggen had.
De avond voor zijn wandelafspraak keek mijn vriend – inmiddels enorm enthousiast bij het idee na maanden huidhonger eindelijk met iemand op date te gaan – op haar Instagram. ‘Dat had ik beter niet kunnen doen.’ Ze deelde daar – naast goed gelukte foto’s van zichzelf – hoofdzakelijk berichten over complottheorieën, pedonetwerken en 5G-vaccinaties. Ze bleek een soort Lange Frans te zijn, maar dan heel knap. Heel anders dan mijn vriend, die in maart zelf besmet raakte met het virus en zich elke lockdown braaf aan de RIVM-regels probeert te houden.
‘En het erge is’, zei hij, ‘dat ik alsnog met haar ga wandelen.’
Vacuüm
Mijn vriend is niet de enige vrijgezel in mijn kennissenkring die zich onlangs voor het eerst inschreef op een datingapp – en ook niet de enige die het idee heeft dat hij als het op daten aankomt ‘moet roeien met de riemen die hij heeft’. De afgelopen maanden is bij mijn vrijgezelle vrienden – allemaal eind twintig of begin dertig en de meesten werkzaam in de creatieve industrie – het idee ingedaald dat ze in een soort vacuüm zitten. Ooit waren ze vrolijke singles voor wie alle opties nog open lagen, nu kunnen ze geen kant op, zo lijkt het.
Grootstedelijke, hoogopgeleide millennials vormen de aanjagers van de trend om de traditionele ‘mijlpalen’ langer uit te stellen, concludeerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind 2019. Uit hun onderzoek bleek dat twintigers steeds later gaan samenwonen, later trouwen en ook later beginnen aan kinderen. Demografen waarschuwden destijds voor de gevolgen van deze ontwikkeling: wie ervoor kiest later te settelen, loopt de kans helemaal geen partner meer te vinden.
Het CBS ziet het aantal alleenstaanden al jaren groeien: van 285 duizend in 1947 naar bijna 3 miljoen in 2017. En van de alleenstaanden zonder latrelatie (zo’n 80 procent) zou het overgrote deel liefst wél een partner hebben: onder twintigers zo’n 70 procent, onder dertigers zo’n 60 procent. Niet gek: uit eerder CBS-onderzoek bleek dat mensen met een relatie vaker gelukkig zijn dan mensen zonder (92 procent tegenover 79 procent).
Had je een jaar geleden de waarschuwing van het CBS gedeeld met mij en mijn vrienden, dan hadden we die weggelachen. Een relatie was in onze ogen zoiets als een eigen auto of hypotheek: het zou heel leuk zijn als het er ooit van kwam, maar op dat moment was het absoluut geen prioriteit. Vrijgezel zijn was wat ons betreft altijd verkiesbaar boven het keurslijf van een uitgebluste verkering. En kinderen, dat kon altijd later nog; sommige vriendinnen speculeerden al over het invriezen van eitjes.
Toen ik begin dit jaar stiekem toch een relatie begon, was het simpelweg omdat ik verliefd werd. Het voelde op geen enkele manier als een doel dat ik wilde afvinken.
Inmiddels is de sfeer om mij heen omgeslagen. Mijn vrijgezelle vrienden lijken hoofdzakelijk bezig te zijn met het vinden van een verkering, van ‘ik zie het wel’ is weinig tot niets meer over.
18de-eeuwse huwelijksmarkt
Wat ik de afgelopen maanden heb zien ontstaan, zou je het best omschrijven als de huwelijksmarkt in 18de-eeuws aristocratisch Engeland, maar dan met smartphones. Iedereen is volop bezig zichzelf of iemand anders te koppelen. De enigszins ongemakkelijke vraag ‘ken jij niet nog iemand voor mij?’ is tijdens de pandemie bijna even normaal geworden als informeren naar iemands gezondheid. Tijdens etentjes is het vaste prik om even door Instagram te gaan en de opties te overwegen – ‘Is hij niet nog vrijgezel? Of hij? En zij dan?’ Via vrienden van vrienden, of vrienden van vrienden van vrienden, worden twintigers en dertigers bij elkaar gebracht op een manier die doet denken aan verkering vragen door middel van een briefje, zoals op de basisschool. ‘Wil jij met mij? Ja/nee/misschien.’
‘Je krijgt via via iemands nummer, en dan stuur je gewoon een appje’, legde een vriendin me uit. Ze liet een voorbeeld zien: een jongen stuurde haar met Kerst dat hij ‘had gehoord dat ze heel gezellig was’ en of ze voor Oud en Nieuw een keer mee wilde op de Glühwalk, een tocht langs Amsterdamse glühweinverkopers en populair als ongemakkelijk eerste afspraakje (en daarom ook wel de Glühwalk of shame genoemd). Mijn vriendin ging vervolgens binnen haar eigen netwerk rondvragen over de desbetreffende jongen, en na enkele positieve reacties maakte ze een afspraak.
Als de vangst uit het eigen netwerk tegenvalt, is er altijd nog de datingapp. Match Group, eigenaar van populaire apps als Hinge en Tinder en goed voor zo’n 60 procent van de gehele onlinedatingmarkt, zegt dat de aanmeldingen in de maanden na de uitbraak van het coronavirus met zo’n 15 procent toenamen. Na een match wordt alsnog de voltallige kennissenkring uitgehoord naar referenties voor het tot een afspraak komt. Was de dating app voorheen nog een oplossing voor verveling op zondagmiddag of een portaal voor losse seks, inmiddels is het in combinatie met zorgvuldig vooronderzoek een redmiddel. Vrijblijvend scharrelen is er immers niet meer bij; iemand moet het wel waard zijn om een besmetting voor te riskeren.
Door de afwezigheid van cafés vinden eerste afspraakjes doorgaans plaats in parken of bossen, geheel in Jane Austen-stijl, terwijl je al wandelend nietszeggende beleefdheden over en weer kaatst. Vervolgens raakt de situatie als het enigszins klikt in een stroomversnelling. Je spreekt, bij gebrek aan alternatieven, bij elkaar thuis af en zodra je overgaat tot zoenen komt al snel de vraag of je verder nog anderen aanraakt, en zo ja, hoeveel.
In sommige gevallen gaan er na een eerste date wegens een coronabesmetting en quarantaineplicht weer weken of maanden voorbij tot de volgende afspraak. Ook tamelijk 18de-eeuws: mensen blijven dates waar ze eigenlijk al op zijn uitgekeken veel langer zien, uit angst om alleen te zijn.
Een vriendin besloot haar scharrel, ondanks dat ze weinig tot niets meer voor hem voelde, tijdens de eerste lockdown toch maar aan te houden – precies tot aan de magische 1 juni waarop de horeca weer open mocht. Een ander sprak tijdens de tweede lockdown weer af met een jongen waarover ze in de eerste lockdown al had geconcludeerd dat het niets ging worden: misschien vond ze hem nu toch wel leuk. Het vooruitzicht opnieuw door apps te moeten scrollen of vrienden om telefoonnummers te moeten vragen en vervolgens weer te moeten wandelen en op te merken wat een gek jaar het toch is, is voor veel mensen genoeg om nog maar eens met dezelfde af te spreken – dan maar zonder vlinders. De ooit zo met opties verwende millennial heeft ineens veel minder keus, lijkt het.
‘Ik vind vrijgezel zijn op zich heel leuk’, merkte een vriendin onlangs op tijdens een Netflixsessie op anderhalve meter afstand. Omdat het je het gevoel geeft dat alles altijd kan.’ Het probleem is alleen dat dat gevoel van ‘alles kan’ de afgelopen maanden vervangen is door een gevoel van ‘niks kan’ – zowel op korte als op lange termijn. Je kan niet zomaar een café inlopen en iemand ontmoeten, niet iemand tegenkomen op een verjaardag met wie het ontzettend klikt. Voorheen was het: ooit ontmoet ik heus wel iemand. Nu is het, als ik mijn vrienden moet geloven: wie, waar, wanneer en hoe?
Bij binnenkomst in het huis van mijn vriendin verontschuldigde ik me voor het feit dat ik was overgegaan tot een strenger knuffelbeleid. Met mijn geliefde had ik een paar weken eerder afgesproken in elk geval tot en met de feestdagen – met het oog op het zien van familie in de risicoleeftijd – alleen elkaar aan te raken. De handvol vrienden die ik daarvoor nog wel omhelsde, moest het even stellen zonder mijn fysieke aandacht.
ʻEmotionele eenzaamheid’
Hoewel ik me – te laat, maar toch– vanuit het RIVM bezien gedroeg als modelburger, voelde ik me een verrader. Juist voor mijn vrijgezelle vrienden is het fysieke contact dat ze nog kunnen ervaren immers bijzonder waardevol. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) merkte afgelopen september in een rapport over de maatschappelijke effecten van corona al op dat vooral de ‘emotionele eenzaamheid’ is toegenomen onder de Nederlanders, eenzaamheid die voortkomt uit het missen van een intieme relatie. Deze vorm van eenzaamheid werd in 2020 door bijna 29 procent van de Nederlanders ervaren, in 2019 was dat nog 21 procent. Het percentage ‘sociaal eenzame’ Nederlanders, die een gebrek aan sociale contacten ervaren, bleef stabiel op 33 procent.
Oorzaak van de toename van ‘emotionele eenzaamheid’ lag volgens het SCP in elk geval ten dele aan het gebrek aan fysiek contact, dat is namelijk belangrijk voor het ‘vormen en behouden van hechte banden’ en voor ‘het reduceren van stress’.
Niet alleen fysiek contact lijkt op dit moment ongelijk verdeeld tussen vrijgezellen en mensen in een relatie, ook hoeveel borrels en diners je hebt, lijkt af hangen van je relationele status. Met de uitgeklede feestdagen vielen singles ogenschijnlijk het meest buiten de boot: de kerstbezoekjes aan schoonfamilie gingen veelal wel door, maar de vriendendiners op Tweede of Derde Kerstdag doorgaans niet. Toen ik dit artikel schreef begonnen veel van mijn single vrienden zich zorgen te maken over Oud en Nieuw; stelletjes willen dan doorgaans bij elkaar zijn en door het maximum aantal gasten regeren de dubbeldates al maanden de gezellige avonden. ‘Het is net een stoelendans’, verzuchtte een vriendin, ‘waarbij je al weet dat je straks als laatste over gaat blijven.’
Sinds de uitbraak van het coronavirus neemt onderzoeksbureau I&O een flinke stijging waar in het aantal Nederlanders dat zich eenzaam voelt, met de grootste toename onder mensen tussen de 25 en 34. Voor corona voelde 29 procent van hen zich eenzaam, na corona 48 procent – bijna de helft. I&O specificeert niet of het hier gaat om mensen met of zonder een relatie, maar ik kan me voorstellen dat die toename vooral te zien is bij vrijgezelle twintigers en dertigers. Die groept ervaart de tijd steeds meer als een net dat langzaam om zich heen wordt gespannen; elke dag onderstreept nog eens dat je alleen bent, en dat de kans dat daarin verandering komt weer wat kleiner is geworden.
Alles weer uitstellen?
Ik ben benieuwd hoe we er straks bijzitten, mijn vrienden en ik, als we ooit weer met z’n allen bij elkaar mogen komen. Zullen we dan weer als vanouds ongedwongen praten over relaties? Alles weer uitstellen, elkaar verzekeren dat settelen ‘altijd nog kan’? Wie weet hebben we helemaal geen tijd om dat soort dingen te bespreken, te veel afgeleid door de summer of love die is ingeluid door een efficiënt verspreid vaccin. Of door de babyboom die historisch gezien doorgaans volgt op tijden van crisis.
Tot die tijd probeer ik mijn vrijgezelle vrienden zo veel mogelijk moed in te spreken. De date met de corona-ontkenner van mijn vriend ging uiteindelijk niet door – ze liet weten te druk te zijn door de kerstdagen. ‘Het zal wel pas het nieuwe jaar worden’, concludeerde mijn vriend, inmiddels toch enigszins somber over de geannuleerde plannen. Ik klopte hem op de schouder. ‘Spreek dan toch maar gewoon met haar af’, zei ik. ‘Misschien is ze wel hartstikke leuk.’
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!